HEDDE GIJ MUN MUTS GEZIEN
Op zaterdag gesprekken
Met een stuk van negentien
Een lief en aardig meiske
Een bietje breed misschien
En ook heel veul borsthaar
Had ik effe nie gezien
Gezien gezien had ik effe nie gezien
Refr:
Hedde gij mun muts gezien, hedde gij mun muts gevonden
Ik ben hem heus verloren, en de is toch eeuwig zonde
Hedde gij mun muts gezien, hedde gij mun muts gehad
Ik kan toch zo nie stralen, in ons Lampegat
Het was al zondagmorgen
Ik stond nog in de kroeg
Ik was al gruwelijk blauw
Maar ik had nog nie genoeg
Hee barvrouw nog een biertje
En witte wa ze vroeg?
Ze vroeg ze vroeg en witte wa ze vroeg?
Refr
Op maandag onderweg
Al zwalkend door de nacht
Staat er un agente
Ze heeft me in haar macht
Ze wou me laten blazen
Maar ik wit wel wa ze dacht!
Ze dacht za dacht ik wit wel wa ze dacht
Refr:
Unne zware dinsdagochtend
Ik voel me nie okee
Wankel op mun benen
De pleegzuster moet mee
Maar da waor un rare,
Want witte wa ze zee?
Ze zee ze zee en hatsjikideeee
Refr:

Een van de grootste hits van de Bockelullos’ en aanhangsuls