Het is salaai, het blijft salaai

Ad Pollux

’t Lampegat staat op zijn kop
Het is een dolle stad
En met de hofkapel voorop
Gaan wij een dag of wat
Weer samen lekker aan de zwier
De zorgen gaan opzij
Het is maar een keer carnaval
En daarom zingen wij
 
Refrein
Het is salaai, het blijft salaai
Geen zorgen of gemier
Het is salaai, het blijft salaai
Wij gaan weer aan de zwier
Er is geen bliksem aan te doen
Want in onze stoplicht-stad
In ons Lampegat
Er is geen bliksem aan te doen
Want bij ons staat weer
De gekke golf op groen
 
De raad van Elf is weer compleet
Dat wordt een hels kabaal
En bij de allereerste kreet
Ontploft de hele zaal
Er komt een kletser in de ton
Weer in z’n element
Dan wordt het gieren, gillen
En dan zingt de hele tent
 
Refrein:
Wij breken door, wij breken af
Wij handelen in grond
En alle ‘vullis’ van de stad
Die slingert in het rond
En onze raad die weet geen raad
Die heeft het toch zo zwaar
Och was het maar ’n raad van Elf
Dan kwam ’t voor elkaar
 
Refrein
 
Ad Pollux heeft in de jaren 60 veel liedjes geschreven, voor ons Lampegat maar ook voor Venlo. Ad was nar van de Limburgers en schreef meerdere malen de winnende carnavalsslager zowel in venlo als in ons lampegat.
Ad Pollux staat in het beroemde boek van Willem van der Sommen en  is een oom van ‘ Hald mich ‘ns vas’ Frans Pollux, van Neet oet Lottum.