Mina zet de geit maar in de stal
Ad Pollux
Mina zet de geit maar in de stal
Refrein:
Mina! Oh Mina zet de geit maar in de stal
Wij moeten samen naar het bal
Want onze stad viert carnaval
Mina! O Mina zet onze geit op stal.
Zet ‘m op, het is zover, de Prins is weer gekozen,
En de boerenblaoskapel, kent geen tussenpozen.
De Raad van Elf is knettergek, hupplepupkes dansen
t Is van Acht tot Tivoli dezelfde melodie.
Opa van ons moederskant, houdt van al wat mal is,
Is er als de kippen bij, als het carnaval is.
Opa raakt dan aan de kook, krijgt ’t op zijn heupen,
Dan vat hij zijn A.O.W., en Opoe moet weer mee.
Vader, moeder en ‘t grut, hebben nu geen klagen
Zij gaan lekker aan de zwier, met deez’ dolle dagen.
Vader vat een glaasje bier, moeder ’n citroentje
En als meester het niet ziet, vat ’t grut ‘n builtje friet.

Natuurlijk was er ook weer een carnavalslied. Oud-Venlonaar Ad Pollux, die later ook als tonpraoter ging optreden, tekende in 1963 voor de compositie en tekst. Het aansprekende lied was, zeker bij de feesten van De Volders, tot in het midden van de jaren tachtig nog vaak te horen.